Het heeft zeker wel een jaar of 2 (tenminste) geduurd dat ik een masker op had. In die jaren functioneerde ik in feite een beetje op mijn automatische piloot. Ik wist wat ik moest doen en ik dacht na over wat ik zou moeten voelen… Alleen één emotie stak er continu bovenuit; boosheid en verdriet. Inmiddels heb ik al een tijdje therapie na mijn depressie. In eerste instantie ligt de focus op het krijgen van structuur, maar inmiddels ligt de focus tijdens de behandelingen op wat anders: de affecten, ofwel: gevoelens.

En dat is ook wel een eng stuk, al zeg ik het zelf. Dat ik een masker droeg, was immers om niet te voelen, om te verdoven. Maar nu ga ik het gevoel in die zin aan. Inmiddels heb ik daarover dan ook al een aantal sessies gehad met deze focus en ben ik in de praktijk (het dagelijks leven) best aan het oefenen. Maar ik kom dan ook de nare gevoelens tegen. Het grootste probleem bij de affecten is dat ik ze niet direct herken. Waar bij veel mensen gelijk duidelijk is van “ik voel mij…” zitten daar voor mij nog wat stapjes tussen, want ik weet nog niet direct hoe ik me voel of wat het gevoel betekent en dat is nog wel wat lastig. Maar hé, daarvoor ben ik toch mede in therapie. Maar tegelijkertijd roept het ook zoveel meer vragen op, want wat moet ik nu met zo’n gevoel, als ik hem daadwerkelijk al waarneem? Zo eenvoudig is dat ook weer niet. Tenminste, niet voor mij.

Waar ik tot voorheen echt heel erg aan het oefenen was met de vier B-’s en de W, te weten Blij, Boos, Bedroefd, Bang en Walging, over wat er zou kunnen passen bij deze gevoelens in de situaties, gaan we nu steeds meer in op waar voel ik dit dan. Bijvoorbeeld als ik heel erg boos raak in korte tijd, merk ik boven in de borstkas dat ik warm word en dat mijn hart meer begint te bonken, terwijl ik me meer afsluit voor wat er dan ook word gezegd. Ik hoor het vaak wel, maar het komt later pas in fragmenten binnen. Inmiddels weet ik vanuit de therapie dat bij het voelen van de affecten je ook niet-werkbare ruimte hebt. De psycholoog tekende dit voor mij uit (ben nogal een beelddenker) dat je 2 horizontale lijnen hebt. Binnen deze 2 lijnen kun je dealen met de emoties en is de ruimte ertussen werkbaar en kun je ook iets. Als je onder de lijnen komt, dan heb je te weinig prikkels en leidt dit niet tot een actie. Als je boven deze lijnen zit, dan ben je dermate overprikkeld, dat er geen ruimte is voor andere dingen behalve die emoties die je dan hebt. Bij overprikkeling is er dus ook geen werkbare ruimte. En dat is misschien dan even vervelend als de emoties worden veroorzaakt in een dialoog met mensen, want die kunnen dan even letterlijk niet met je verder. Momenteel ben ik dus in de fase dat ik leer herkennen wat voor emoties ik voel in mijn lijf en wat erbij past, maar ook het herkennen; binnen welke ruimte kan ik nog constructief te werk gaan en vervolgens mijn grenzen daarin aangeven. Want die koppeling zit er dan ook nog in; waar zitten mijn grenzen en voel ik die tijdig opkomen. Want wat er nu vaak gebeurd is dat ik over mijn grenzen ga en vervolgens daar weer heel boos over word naar mijzelf of de ander, met als gevolg dat ik een boze Romano blijf. En dat is wat ik uiteindelijk niet wil, want die boosheid en frustraties leiden bij mij weer tot eetbuien.

Maar tegelijkertijd, het is ook eng om weer zoveel te voelen en te erkennen dat het gevoel er mag zijn. Dat gevoel probeer ik ook zoveel mogelijk toe te laten en dat het er mag zijn, zonder dat ik direct iets doe om het gevoel te verhelpen (en dus te verdoven). Maar dat is niet zo 1, 2, 3 klaar. In mijn werk/reïntergratie probeer ik het in elk geval zoveel als mogelijk mee te pakken, ook door de rust te nemen bij een zorgvrager. Ik merk zelf daarin ook al wel verschillen op basis van voor mijn uitval vorig jaar en nu, dat de reactie van de zorgvrager anders is. Was ik voorheen meer robot-achtig in handelen of vooral negatief, vragen zorgvragers nu uit interesse wanneer ik weer werk of geven zij aan dat ze blij zijn als ik er ben en dat is dan weer een goed gevoel. Met mijn collega’s probeer ik dan ook zo open mogelijk te praten over wat ik voel. Inmiddels zijn er dus al wel wat meer emoties die ik kan waarnemen naast boosheid en verdriet, voel ik ook mijn angsten beter aan en kan ik die beter benoemen en wat ik zelf een hele grote stap al vind, is dat ik bij zorgvragers durf aan te geven als iets mij raakt, terwijl ik voorheen bij zo’n emotie in paniek raakte. Ik merk ook wel dat dit de positieve vruchten werpt op de relatie tussen zorgverlener en zorgvrager, dus we doen het uiteindelijk niet voor niets.

Tot en met oktober ligt de focus nog heel erg op affecten, grenzen aangeven en de communicatie daarin, dan is er een evaluatie met de psycholoog en tot die tijd gaan we oefenen. Daarnaast krijg ik nog een intake voor systeemtherapie, om te kijken of dit extra helpt bij het onderhouden van relaties op een positieve wijze en dus weer communicatie (waar het op neer gaat komen).

Deel dit: